Slachtvlees

Vertalingen van culinaire woorden uit de categorie slachtvlees.

Slachtvlees

In de categorie slachtvlees hebben we vertalingen voor de volgende woorden:

• Bacon
• Biefstuk
• Borststuk
• Bout (schaap)
• Braadstuk
• Contrefilet
• Dikke lende (rund)
• Entrecote
• Fricandeau (kalfs-)
• Fricandeau (varkens-)
• Fricassee
• Gehakt
• Gemarmerd vlees, doorregen ..
• Haasbiefstuk, tournedos
• Haaskarbonade
• Hamlap
• Hart
• Hollandse biefstuk
• Kalfs-zijfricandeau
• Kalfsbiefstuk
• Kalfsbout
• Kalfsentrecôte
• Kalfsfricandeau
• Kalfsfricassee
• Kalfsgehakt
• Kalfshaas
• Kalfskarbonade
• Kalfslapje
• Kalfslende (-nierstuk)
• Kalfslever
• Kalfsmedaillon
• Kalfsnier
• Kalfsoester
• Kalfspoot
• Kalfsrib
• Kalfsschenkel
• Kalfsschnitzel
• Kalfsschouder
• Kalfstong
• Kalfsuier
• Kalfsvlees
• Kalfsvlies
• Kalfswang
• Kalfszadel
• Kalfszwezerik
• Karbonade
• Kipfilet
• Klapstuk
• Kluif (varkens-)
• Knieschijf
• Kogelbiefstuk
• Kotelet
• Krabbetjes, spareribs

• Lamsbout
• Lamsbouten (samen)
• Lamscarré
• Lamskotelet
• Lamsrack, lamskroon
• Lamsrib
• Lamsribbetjes
• Lamsschenkel
• Lamsschouder
• Lamstestikels
• Lamstong
• Lamsvlees
• Lamszadel
• Lendenbiefstuk
• Lendenstuk
• Lendenstuk met rib
• Lever
• Mals braadstuk
• Milt
• Nier
• Orgaanvlees
• Ossenhaas
• Ossenstaart
• Ossentong
• Pens
• Plaatlappen
• Poelet
• Rib eye steak
• Ribkarbonade
• Riblap
• Ribstuk
• Rund/
• Rund/achterbout, achterkwartier
• Rund/bloemstuk, valse lende
• Rund/boegschenkelvlees
• Rund/bovenbil
• Rund/deel van de vang
• Rund/deel van het spierstuk
• Rund/dikke lende met staartstuk
• Rund/fijne rib
• Rund/haas
• Rund/lende
• Rund/lies-/lendenstuk
• Rund/longhaas
• Rund/muis
• Rund/noot
• Rund/onderrib
• Rund/platte bil
• Rund/schouderlap
• Rund/schoudermuis
• Rund/sukadestuk
• Rund/tussenribstuk
• Rund/vinkelap, deel van de vang

• Rund/voet
• Rund/voorvoet, voorkwartier
• Runderachterschenkel
• Runderborst
• Runderfilet
• Rundergehakt
• Runderhals
• Runderlap
• Rundernier
• Runderrug
• Rundersnuit
• Rundervoorschenkel
• Rundvlees
• Schapenbout
• Schapenmaag
• Schapenvlees
• Schenkel
• Schenkelvlees
• Schoftstuk (rund)
• Schouderkarbonade
• Schoudersteak
• Schouderstuk
• Soepvlees
• Speklap
• Staartstuk, (runder-)
• Steak
• T-bone steak
• Testikels (schaap/lam)
• Uier
• Varkensbout
• Varkensbuik
• Varkensfricandeau
• Varkensgebraad, -braadstuk
• Varkenshaas
• Varkenskarbonade
• Varkenskluif
• Varkenskop
• Varkenskotelet
• Varkenslapje
• Varkenslende
• Varkenslever
• Varkensoester
• Varkensoor
• Varkenspoot
• Varkensrib
• Varkensrugstuk
• Varkensschnitzel
• Varkenssnuit
• Varkensstaart
• Varkensvlees
• Varkenswang
• Verse worst (varkens-)
• Zwezerik, (kalfs-)